‘Bear Family Records’ is een Duits platenlabel uit Holste in de buurt van Bremen dat al in 1975 werd opgericht door muziekverzamelaar Richard Weize. Hun nog steeds geldende kerndoel is het uitbrengen van compilatiealbums en cd’s in boxset-formaat rond een specifiek muziekthema of een geselecteerde artiest van betekenis voor de grote muziekgeschiedenis. Hun keuze aan artiesten voor deze platen komt uit de wereld van country, rockabilly, rock’n’roll, R&B, blues, soul, jazz en zelfs ‘Neue Deutsche Welle’ (jaren ‘70 punk en new wave uit Duitsland) en Duitse schlagers.

De songs die ‘Bear Family Records’ voor deze albums selecteren zijn vaak zeldzame opnamen of niet meer te verkrijgen nummers van artiesten met enige naam en faam. In het verleden passeerden zo al grote legendarische vedetten zoals o.a. Waylon Jennings, Jim Reeves, Johnny Cash, Willie Nelson, ‘The Everly Brothers’, Petula Clark, Fats Domino, Ricky Nelson, Jerry Lee Lewis en Dolly Parton. In de volgende weken zullen we u op deze ‘Rootstime’-recensiepagina’s een zestal nieuwe uitgaven van dit ‘collectors item’ uitbrengende platenlabel voorstellen.

Het ‘Bear Family Records’-label heeft rond het centrale thema ‘ROCKS’ een zeventigtal heel bekende en ook wat obscure artiesten uit de geschiedenis van het rockgenre een forum willen bieden door telkens dertig van hun nummers op één compilatiealbum samen te brengen. De Amerikaanse rockabilly-gitarist en zanger Benny Joy is de eerste in dit exclusieve rijtje waarover ik het hier wat meer in detail wil hebben.

Zijn paspoortnaam was Benjamin Eidson die in Atlanta, Georgia geboren werd op 5 november 1935 en ons op amper 52-jarige leeftijd tengevolge van kanker verliet op 24 oktober 1988. Benny Joy heeft in zijn hele muzikale loopbaan tussen 1957 en 1963 amper drie singles uitgebracht waarmee hij op enige populariteit kon rekenen in de omgeving van Tampa Bay, Florida waar hij naartoe verhuisd was met zijn familie. Op deze plaat horen we dan ook voor het eerst nooit eerder uitgebrachte demo-opnamen uit een studio in Nashville, Tennessee, naast meerdere voor een radiostation in Florida live gespeelde nummers en enkele ‘home recordings’ die in zijn eigen residentie in Plant City, Florida ‘live-on-tape’ werden opgenomen.

Zijn eerste succesje kende Benny Joy in 1957 met de single “Spin The Bottle” en met de door hemzelf geschreven nummers “Hey’…High School Baby!”, “Little Red Book” en “Miss Bobby Sox”. Verder was er zijn grootste hitsingle “Crash The Party” die in 1958 op de markt kwam en kende hij nog matig succes met het op werk van Buddy Holly geïnspireerde nummer “Ittie Bittie Everything” uit 1959. Op de video’s bij dit verhaal kunt u nog luisteren naar twee latere songs van Benny Joy: “I’m Gonna Move” uit 1981 en “Rollin’ To The Jukebox Rock” uit 1978. U zult zelf ook wel kunnen vaststellen dat de gelijkenissen met het werk van sterren als Gene Vincent, Carl Perkins en Buddy Holly overduidelijk aanwezig zijn in al deze nummers van Benny Joy.

Als Benny Joy optrad deed hij dat vaak in het gezelschap van gitarist ‘Big’ John Wilkie Taylor die we op deze verzamelaar ook horen meespelen op enkele nummers en zelfs solo aan het werk horen in de instrumentale nummers “Money Money” en “Rebel Rock” en het door hem ingezongen liedje “Talking About It”. Door het uitblijven van persoonlijk succes in de muziek begon Benny Joy daarna songs te schrijven voor andere artiesten, hetgeen enkele hits opleverde voor o.a Jackie Wilson, Marty Robbins, Charlie Rich en Johnny Rivers.

(valsam)